Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, enz. (aanpassing onkostenvergoedingen en compensatie Waz-premie)

 

Artikel lll
1
Degene die in de periode van 1 januari 1998 tot 1 januari 2000 het ambt heeft bekleed van minister, staatssecretaris, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal of lid van het Europees Parlement, ontvangt op aanvraag voor elk van de jaren 1998 en 1999 waarover hij premie heeft betaald voor de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen een tegemoetkoming overeenkomstig de volgende leden.
2
De hoogte van de tegemoetkoming wordt voor elk van de jaren 1998 en 1999 berekend door het bedrag van de in dat jaar in het betreffende ambt genoten bezoldiging of schadeloosstelling, vermeerderd met de daarover berekende vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering, doch in totaal niet meer dan f 84 000,-, te verminderen met f 29 000,-. Het resultaat wordt vervolgens vermenigvuldigd met het in het desbetreffende jaar geldende percentage voor de premie voor de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. De tegemoetkoming bedraagt voorts niet meer dan de betaalde premie.
3
Indien voor een betrokkene in een of meer van de jaren 1998 en 1999 ook andere inkomensbestanddelen tot het premie-inkomen in de zin van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen zijn gerekend, wordt het in het vorige lid genoemde bedrag van f 29 000,- voor het betreffende jaar op zijn verzoek vermenigvuldigd met een factor waarvan de teller het premie-inkomen uit het betreffende ambt is en de noemer het totale premie-inkomen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •